Hoe kies je kaarten?

Beginners stellen vaak deze vraag aan mij. Hoe moet je de kaarten schudden en hoe kies je vervolgens welke kaarten je op tafel legt?

En dan zeg ik: doe wat goed voelt!

Maar ja, als je net begint, dan is dat natuurlijk een antwoord waar je misschien niet zoveel mee kan. Dus hier komt een uitgebreidere versie van het antwoord.

Vandaag deel 2: kaarten kiezen.

Kaarten kiezen

Oké, je hebt kaarten geschud, je mindset is helemaal klaar om te gaan…

En dan?

 Net als bij kaarten schudden, heb je verschillende manieren van kaarten trekken. Ik noem er vijf, maar er zijn er vast meer.

  1. De waaiermethode – Hierbij spreid je het deck uit op tafel en waaier je de kaarten uit. Vervolgens kies je intuïtief één of meerdere kaarten uit de waaier.
  2. Pakken van bovenaf-methode – Na het schudden leg je de stapel op tafel met de ruggen van de kaarten naar boven. Je pakt het aantal kaarten dat je nodig hebt van bovenaf. Deze methode voelt voor veel mensen te ‘willekeurig’ en ik zie cursisten eigenlijk nooit deze methode gebruiken.
  3. De gesneden stapel methode – Hierbij houd je het deck in één hand en gebruik je de andere hand om de kaarten in tweeën te snijden. Vervolgens kies je intuïtief één of meerdere kaarten uit de bovenste of onderste helft van het deck. Je kunt ook beide helften weer samenvoegen om het deck te “resetten” en herhalen totdat je het gewenste aantal kaarten hebt getrokken.
  4. De valmethode – Volgens mij is één van mijn cursisten de ‘uitvinder’ van deze methode, want ik heb het nog nooit iemand anders zien doen. Zij pakt haar stapel kaarten in één hand, en laat vervolgens steeds kleine stapeltjes los, die zo dus op tafel vallen. (Maak de afstand tot de tafel niet te groot, dan vallen ze gewoon netjes op een stapeltje.) Ze voelt aan wanneer ze wil stoppen en pakt dan de kaart die bovenop de gevallen stapeltjes ligt.
  5. Schuddend trekken-methode – Dit is mijn eigen methode, al heb ik hem denk ik niet zelf bedacht (waarschijnlijk heb ik het iemand zien doen, geen idee meer wie). Ik gebruik overhands schudden. Op een gegeven moment, als mijn focus er is, ga ik letten op kaarten die tijdens het schudden een klein beetje uitsteken. Die kaarten pak ik. Ik haal ze dus tijdens het schudden tussen de andere kaarten uit. Tussen het trekken van verschillende kaarten blijf ik schudden, of een enkele keer trek ik meerdere kaarten tegelijk.

 Wat is belangrijk in je keus? Opnieuw: het gaat erom welke methode jou helpt om je voor te bereiden op het werken met de kaarten. Want het echte werk, het duiden van de kaartbetekenissen, dat moet nog beginnen! Probeer meerdere methodes uit en kijk welke voor jou het fijnst is. Dat is de methode die voor jou klopt.